3. Toelichting

De decreetgever hecht er veel belang aan dat de raadsleden voldoende duiding krijgen over de financiële risico’s waarmee het bestuur geconfronteerd wordt. Daarom zijn de financiële risico’s expliciet opgenomen onder de essentiële informatie waarover de raadsleden in de toelichting moeten beschikken op het ogenblik dat ze beslissen over een beleidsrapport. Ook in de opvolgingsrapportering moet het bestuur de raadsleden informeren over eventuele wijzigingen in de financiële risico’s. 
De regelgeving geeft geen definitie van de term ‘financieel risico’ en bevat geen exhaustieve lijst van de elementen die een bestuur onder de financiële risico’s moet opnemen. Het gaat er vooral om de raadsleden te wijzen op risico’s die een belangrijke impact kunnen hebben op de financiële situatie van het bestuur als ze zich zouden voltrekken. Vanuit die invalshoek is het de bedoeling dat elk bestuur in de toelichting van de beleidsrapporten een duidelijk overzicht geeft van: 
• de concrete financiële risico’s die het loopt; 
• de omvang (bedrag, impact, budgettair gevolg) als het risico zich voltrekt; 
• de middelen en mogelijkheden waarover het beschikt om het risico geheel of gedeeltelijk af te dekken. 

De financiële risico’s zijn divers van aard en voor elk bestuur verschillend. Voor Hoogstraten hebben we ze hieronder in een overzicht gerubriceerd weergegeven: 

• Risico’s inzake het schuldbeheer: 

De risico’s verbonden aan de schuld van Hoogstraten zijn zeer beperkt. Op 31/12/2021 heeft Hoogstraten geconsolideerd een financiële schuld van afgerond 37 mio euro. Geconsolideerd is onze solvabiliteit boven de 70% of anders gezegd ; onze schuldgraad ligt onder de 30%. Dit is dus op zich een uitstekende financiële ratio, zelfs met de nieuwe leninglast uit dit meerjarenplan van 16,5 mio (opgenomen in 2021). Qua terugbetalingscapaciteit is er voldoende cash flow aanwezig, ook in de aangepaste versie van dit meerjarenplan en dus geen probleem te verwachten. 

o het renterisico: 
het risico op hogere rentelasten omwille van de wijzigende rente-omgeving; 
Ook dit is voor Hoogstraten onbestaande, gezien we ; ofwel contracten hebben met een vaste rentevoet; ofwel contracten hebben met een variabele rentevoet, doch waarin we voldoende beschermd zijn door een CAP (plafond van stijging). 

o het aflossingsrisico: 
het risico dat verband houdt met de terugbetaling van leningen en certificaten of hogere aflossingen omwille van de wijzigende omgeving; 
De aflossingsschema’s liggen vast. Zowel de autofinancieringsmarge als de free cash flow zijn positief. 

o liquiditeits- en herfinancieringsrisico: 
het risico om onvoldoende financiering te vinden in de markt; 
Gezien de uitstekende solvabiliteit, liquiditeit en cash flow is het risico om onvoldoende financiering te vinden in de markt zeker niet bij de organisatie te vinden. Dit kan zich dus enkel voordoen indien we een crisis in de kredietmarkt zouden krijgen. 

o kredietrisico: 
het risico dat de tegenpartij van een krediet in faling gaat; 
Onze voornaamste kredietenleveranciers zijn Belfius en KBC. Als we er van uit kunnen gaan dat alle informatie hierover klopt, dan zijn beide banken in een blakende gezondheid. 
 

• Risico’s inzake het thesauriebeheer: 

Hoogstraten is een liquide organisatie. Op vlak van beleggingen zijn we echter uiterst conservatief en voorzichtig. We hebben de liquide middelen vandaag enkel op zichtrekeningen, spaarrekeningen en termijnrekeningen bij banken staan of als deposito bij de Deposito- en Consignatiekas van de federale overheid. Ook hier ligt het risico dus enkel bij de banken waar we deze liquide middelen hebben staan. Het risico is beperkt tot bijvoorbeeld een eventuele nieuwe financiële crisis met falingen van banken als gevolg ; als stad hebben we een beperkte tot geen garantie in zo’n scenario wat betreft de uitstaande kapitalen. 
Vandaag staat echter het merendeel van de liquiditeiten bij de Deposito- en Consignatiekas.

• Risico’s inzake de evolutie van de exploitatieontvangsten: 

o de assumpties bij de opmaak van het meerjarenplan; 
De belangrijkste inkomsten zijn gebudgetteerd op basis van ramingen van de hogere overheden. Zie voor verdere toelichting : 3.6.

o de afhankelijkheid van één of enkele grote belastingbetalers; 
We hebben in Hoogstraten een relatief gezonde spreiding wat dus betekent dat onze afhankelijkheid beperkt tot verwaarloosbaar is. 

• Risico’s inzake de evolutie van de exploitatie-uitgaven: 

o de assumpties bij de opmaak van (de aanpassing van) het meerjarenplan (inflatie en de impact op de verschillende soorten uitgaven); 
Aan de uitgavenzijde is zo nauwkeurig mogelijk gekeken naar het verleden (welke tendens doet er zich voor bij de betreffende uitgave en is het waarschijnlijk dat deze tendens zich bestendigt?) en dit door de diensten die er het nauwst bij betrokken zijn. Het uitgangspunt is vooral de benuttiging van de kredieten van 2022. We hebben dus niet op de ramingen van vorig MJP de inflatie van 10% doorgerekend over alle exploitatie-uitgaven. Er zijn echter specifieke kosten waar duidelijk blijkt dat de raming 2022 onvoldoende was en/of waar de leverancier reeds duidelijk te kennen gaf de prijzen te indexeren ; in dat geval is dit ook in die zin aangepast in deze aanpassing meerjarenplan. Voor de volgende jaren is er een indexatie van 1,5 a 2% toegepast.
De belangrijkste kost is onze personeelskost ; deze hebben we gebudgetteerd op basis van het actuele effectief, de geplande aangroei in deze legislatuur, de verwachte indexaties en de verwachte schaal/salarisverhogingen. 

o de evolutie van de pensioenlasten en de evolutie van de samenstelling van het personeelsbestand; 
De raming van de responsabiliseringbijdrage werd opgevraagd en in het budget voorzien ; voorlopig is deze nog beperkt. Op termijn gaat dit wel voor meer druk op onze exploitatie-uitgaven zorgen. Deze legislatuur wordt dit echter voor de helft gecompenseerd door de tussenkomst van de Vlaamse Overheid in deze kost. 

o de gevolgen van bepaalde investeringen op de exploitatie; 
Dit is zeker een aandachtspunt welke dient meegenomen worden. Er zijn een aantal investeringen gepland of in onderzoek waar er inderdaad sprake is van een structureel effect op de exploitatie-uitgaven. Dit geldt bijvoorbeeld voor het cultuurhuis ; er zal niet enkel de uitgave voor de DBFM zijn na realisatie. Doch ook voor de reeds gedane investeringen in deze legislatuur zoals bijvoorbeeld in het Sportpark Wereldakker dient de oefening gemaakt te worden inzake bijkomende exploitatiekosten (vnl. groenonderhoud, energie, enz.).

o de gevolgen van nieuwe dienstverlening; 
We dienen goed op te volgen in hoeverre projecten van nieuwe dienstverlening die gerealiseerd worden dankzij subsidies van hogere overheden al dan niet dienen verder gezet te worden zonder deze subsidies bij de eventuele beëindiging van de betreffende subsidiestroom. 
 

• Risico’s als gevolg van bepaalde overeenkomsten: 

o borgstellingen; 
De voornaamste borgstelling is deze van de stad tgv Argenta voor Sportoase in het kader van het zwembad. De exploitatiecijfers van Sportoase worden echter kort opgevolgd en er is een goed werkend structureel overleg met deze partner. 

o subsidiebeloften; 
Zijn steeds vertaald in het budget. 

o toegestane leningen (het risico op niet-terugbetaling); 
Het reglement op deze leningen voorziet voldoende waarborgen. 

o langdurige overeenkomsten, zoals PPS-overeenkomsten; 
De voornaamste langdurige PPS-overeenkomst is deze mbt het zwembad. Deze wordt echter jaarlijks duidelijk opgenomen in het budget. 

• Risico’s inzake de verplichtingen tegenover verbonden partijen: 

De zeggenschap inzake de eventuele verhoging van werkings- en investeringssubsidies voor de politiezone, hulpverleningszone en intergemeentelijke samenwerkingen is beperkt. We zien hier wel een structureel stijgende tendens. 

• Andere risico’s: 

o juridische geschillen; 
Het aantal juridische geschillen is vandaag zeer beperkt. De risico’s ten gevolge van deze juridische geschillen zijn voorlopig zeer beperkt (voor zover we dit uiteraard kunnen inschatten en/of voorspellen).